Het is maandagmiddag als we aankomen in Montreal, Canada. De binnenstad hangt vol met zwart-wit geblokte vlaggetjes. Restaurants hebben speciale menu’s en in het café krijg je het tweede drankje voor de halve prijs “omdat de Formule 1 in de stad is”. Het is Grand Prix-week!

Panorama Montreal, vanaf de Mont Royal
Montreal, vanaf de Mont Royal

Tot nu toe bestond mijn live GP-ervaring uit vier keer Spa-Francorchamps, België. Voor wie er nooit is geweest: het is prachtig, maar een logistieke hel. Het circuit zit verstopt in een dorpje dat zoveel toeschouwers helemaal niet aankan. Parkeren doe je in het weiland – op hoop van zegen. Ik acht de kans aanwezig dat er nog altijd bezoekers van vorig jaar hun auto aan het zoeken zijn.

Reuring

Voor een gemiddelde toerist lijkt Montreal zich te kenmerken door twee dingen: evenementen en wegwerkzaamheden. Montreal heeft een eigen bluesfestival, jazzfestival, bierfestival, modefestival, vuurwerkfestival en meerdere filmfestivals. Altijd wat te beleven.

Daarnaast hoef je niet ver te lopen om een opgebroken straat tegen te komen. Overal wordt gewerkt aan de weg. De officiële lezing is dat er door de strenge winters maar een beperkt aantal maanden per jaar aan de weg kan worden gewerkt en er daardoor zoveel tegelijk moet gebeuren. De onofficiële lezing is dat die wegwerkzaamheden van niet al te beste kwaliteit zijn, waardoor de stratenmakers bezig blijven.

Île Notre-Dame, vanuit de helikopter
Île Notre-Dame, vanuit de helikopter

Hoe dan ook, de Montrealers zijn dus wel wat gewend aan oponthoud in hun stad. Een Grand Prix meer of minder – een afgesloten straat meer of minder – ze vinden het allemaal prachtig.

Eggspectation

Onze dag begon iedere ochtend bij de Eggspectation. Een naam die bepaald niet teleurstelde, want naast sandwiches, bagels en wafels met ei, hadden ze ook pannenkoeken met ei, fruit met ei en poutine met ei. We werden er geholpen door een alleraardigste man die al die F1-fans in zijn stad geweldig vond.

Geduldig tekende hij een plattegrond voor ons met daarop de highlights van Montreal en waar we de F1-straatfestivals konden vinden. Crescent Street en Peel Street werden genoteerd. Nog meer afgezette straten middenin de stad, who cares. Met dure sportwagens, wedstrijdjes banden wisselen, racen in een play seat en de bekende merchandise-kraampjes. “And, have you been?” vroeg hij dan de volgende ochtend in zijn beste Engels. Waarop wij braaf knikten en hem de recensie van de dag ervoor gaven.

Lance Stroll en zijn canadese fans

“Zou je eens willen kijken hoe het ervoor staat met de populariteit van Lance Stroll, in Canada?” vroeg Louis Dekker (NOS F1-verslaggever) mij voor vertrek. Hij kon er dit keer niet zelf bij zijn en was benieuwd of er al iets van een Stroll-virus te ontdekken viel in Montreal. De Canadese rijder voor Racing Point is niet het grootste talent in de F1 en waarschijnlijk heeft het feit dat vader Lawrence eigenaar is van zijn team op z’n minst zijn kansen in de Formule 1 ietwat vergroot.

F1-festival Crescent Street
Crescent Street

In de buurt van het gekkenhuis dat dus Crescent Street heet, vond ik een van de officiële F1-pop-up winkels. De ultieme plek voor wie zich tegoed wil doen aan petjes, t-shirts, tassen, waterflessen en koffers van zijn favoriete team. Ik vroeg de manager waar hij de Lance Stroll-spullen had liggen. “We don’t have any,” was zijn antwoord. “Why?”

“Well it’s a new team [Racing Point]”, zei hij twijfelachtig, waarbij hij me verzekerde dat Stroll écht wel populair was. Ah, ja. Jammer wel. Ik had me best als Lance Stroll-fan willen opwerpen, niet in de laatste plaats omdat de teamkleur van Racing Point roze is.

Ik had me best als Stroll-fan willen opwerpen #roze

Een Grand Prix vaart natuurlijk wel bij een lokale held. En dus doopte de organisatie van de Canadese Grand Prix Tribune 24 vorig jaar om tot de Lance Stroll-grandstand. Een goede plek ook, bij het uitkomen van de haarspeldbocht. Voor ons was dat laatste de reden om daar te gaan zitten. En die paar fans die Lance wél heeft, zouden we daar dan ook wel tegenkomen.

Volgend jaar krijgen we natuurlijk de F1-race op Zandvoort, maar tot nu toe is de Belgische Grand Prix de thuisrace van Max Verstappen. Daar tekent zich ieder jaar een zee van Oranje af langs de kant. En dus keek ik deze keer uit naar geheel roze grandstands met Stroll-fans.

Rood

De teleurstelling kon niet groter zijn. Het was een Mercedes vs. Ferrari-arena. Waarbij de Ferrari-fans duidelijk beter hun best hadden gedaan om hun rijders visueel aan te moedigen. Marco Borsato zou ervan gaan zingen.

Een uitzondering daarop was de flamboyante Amerikaanse dame die naast mij zat. Ze had haar nagels gelakt in de kenmerkende blauwgroene kleur van het Mercedes-team, met op één nagel het logo van Mercedes, en op één nagel ’44’ (het nummer waarmee Lewis Hamilton rijdt). Haar turquoise glitterpet maakte het af. En voor het volledige beeld: haar man had de tablet mee, om de rondetijden in de gaten te houden. Op zijn hoofd een cowboyhoed met buttons van alle Grand Prix waar hij ooit was geweest. Ze gingen terug tot de jaren ’80. Wanneer hij ineens keihard “Whoohoo” riep, riep zij het ook. Verder spraken ze niet met elkaar.

Hamilton jaagt op Vettel (pre-penalty). Leclerc erachter.
Hamilton jaagt op Vettel (pre-penalty). Leclerc erachter

Veel Amerikanen dus, maar uiteraard vooral veel Canadezen. En veel Ferrari-fans, maar ook Hamilton-supporters. Ja, het Mercedes-publiek had een duidelijke voorkeur.

Ook wel goed

Als ik een willekeurige Canadees aanschoot en vroeg waarom hij niet voor Stroll was, kreeg ik een uiterst beleefd glimlachje – verontschuldigend haast – waarbij werd aangetekend dat hij “ook wel goed was”. Nee, hier geen Verstappen-taferelen.

Conclusie: het is helemaal niet zo vanzelfsprekend dat een coureur in eigen land een groot publiek trekt. De relatieve onzichtbaarheid van Lance Stroll in Canada heeft de populariteit van Verstappen in Nederland (en daarbuiten) wel weer even in perspectief gezet.

Verstappen achter z'n oude teamgenoot Ricciardo
Verstappen achter z’n oude teamgenoot Ricciardo

Kwam Lance Stroll tijdens de race dan echt 70 keer langs zijn tribune met publiek zonder uitdossing? Nee, dat liet de organisatie niet gebeuren. We kregen allemaal een gratis petje met “LS” erop. Zo leek het toch nog ergens op.

En wat denk je? In de kleuren van de Canadese vlag. Rood-wit. Niks roze.

Reageren is niet (meer) mogelijk.